Lopend door de lege gangen voelt de ziel uit het kantoor. Sporadisch kom je een verdwaalde collega tegen. Lege bureaus, een doodstille kantine, niemand achter de receptie. Bijna een spookhuis. Zonder levendigheid en reuring is het kantoor geen ontmoetingsplek of thuishonk meer maar een gebouw zoals elk ander. Alleen met een ander logo op de gevel.
Naar kantoor komen voor maar één korte vergadering is onpraktisch en inefficiënt, vooral nu we zo veel kunnen plannen via online meetings. Het voelt leeg als er dan ook geen andere mensen zijn en met wie dat spontane praatje hebt waardoor je net even een andere kijk krijgt. Of met wie je even samen kunt lachen of eten en je na afloop opgeruimd aan je volgende afspraak of klus begint.
Wat mis ik die levendigheid, dat geroezemoes in de kantine, het in en uit lopen (tot vervelens toe) van de collega’s. Het knikje in de lift van diegene die vaak op dezelfde tijd binnenkomt lopen, ook al heb ik haar nog nooit gesproken. De ‘goedemorgen’ van de receptioniste of het ‘smakelijk’ van de dame in het bedrijfsrestaurant. Het tegenkomen van al die collega’s met wie ik niet elke dag werk en die ik al zo lang niet live gezien heb. Echt ontmoeten is voor mij mensen face to face zien. Daar kan geen beeldscherm tegenop.