Mijn zus heeft een hulphond, dat wil zeggen ze traint puppy’s die hier potentie voor hebben. Ze doet dit door heel goed af te stemmen op hun fysieke uitingen en gedrag. Deze honden kunnen niet alleen hulpbehoevende mensen bijstaan maar ook getraumatiseerde volwassenen en kinderen. Ze helpen zonder te vragen, zijn altijd blij als ze aandacht krijgen en staan elke dag kwispelend klaar voor weer diezelfde droge brokken. Als je ze terecht of afwijst zijn ze dit meteen weer vergeten en zijn onvoorwaardelijk trouw aan degene die op dat moment hun baasje is.
Wij mensen zijn niet altijd blij met de aandacht die we op dat moment krijgen. Misschien hadden we iets anders of meer van de ander verwacht. We modderen soms liever in ons eentje door dan ons kwetsbaar op te stellen en uit te reiken voor hulp.
Uit angst voor afwijzing kunnen wij mensen onszelf behoorlijk in de weg zitten. Soms is het gemakkelijker de ander af te wijzen dan uit te spreken waar we op dat moment behoefte aan hebben. Of we weten zelf niet eens wat we van de ander nodig hebben, want we hebben altijd alleen moeten doen. Kijkend naar een hond word ik telkens eraan herinnerd hoe simpel het leven ook kan zijn. Om aan te geven waar ik op dat moment behoefte aan heb en verwachtingsloos te zijn ten opzichte van de ander.