‘en welk model gebruik jij?’ zijn vraag overviel me en instinctief wees ik naar mijn buik en zei ‘geen, ik doe het vooral op gevoel’. We waren op een netwerk borrel en hij had zich net voorgesteld als adviseur. Zijn vraag bleek vooral bedoeld om het model, waarover hij heel enthousiast was, te kunnen delen. Terwijl vol trots sprak over al die organisaties die hij met dit model al geholpen had, begon een stemmetje in mijn hoofd te tetteren.
Dat ik heel dom gereageerd had, hoezo werkte ik niet met modellen, of ik niks beters had kunnen verzinnen, en of ik wel zag wat een figuur ik had geslagen! Terwijl ik naar de man luisterde zei een ander intern stemmetje zalvend dat het niet waar was en begon een lijst op te sommen: Hellinger, Tuckmann, Karpman, Jung, Laloux bla bla bla.
Intussen had zich een dame zich bij ons tafeltje gevoegd en richtte de modelman zijn aandacht op haar. Dit gaf mij de kans om hen te observeren en ondertussen, in mezelf, de dynamiek die zojuist was ontstaan te ontrafelen. Voor mij belichtten allebei de stemmetjes een deel van de waarheid. Doordat de man zich meteen liet voorstaan op zijn kennis en succesverhalen, voelde ik me kleiner en onbeduidender worden en kon zo snel geen gevat antwoord verzinnen.
Tegelijkertijd klopte het dat ik vooral op gevoel werk. Modellen vormen voor mij niet de hoofdmoot van mijn werk, maar zijn de kadering en kapstok voor een probleemstelling. Hiermee kunnen we het snappen en spreken de taal van het hoofd. Mijn ervaring is dat de echte, diepgaande en blijvende verandering plaatsvindt wanneer ook het lijf, met al zijn gevoel, mee gaat doen. Dat is een andere taal, zonder woorden. Modellen komen en gaan maar ons lijf dragen we altijd met ons mee.
‘en welk model gebruik jij?’ zijn vraag overviel me en instinctief wees ik naar mijn buik en zei ‘geen, ik doe het vooral op gevoel’. We waren op een netwerk borrel en hij had zich net voorgesteld als adviseur. Zijn vraag bleek vooral bedoeld om het model, waarover hij heel enthousiast was, te kunnen delen. Terwijl vol trots sprak over al die organisaties die hij met dit model al geholpen had, begon een stemmetje in mijn hoofd te tetteren.
Dat ik heel dom gereageerd had, hoezo werkte ik niet met modellen, of ik niks beters had kunnen verzinnen, en of ik wel zag wat een figuur ik had geslagen! Terwijl ik naar de man luisterde zei een ander intern stemmetje zalvend dat het niet waar was en begon een lijst op te sommen: Hellinger, Tuckmann, Karpman, Jung, Laloux bla bla bla.
Intussen had zich een dame zich bij ons tafeltje gevoegd en richtte de modelman zijn aandacht op haar. Dit gaf mij de kans om hen te observeren en ondertussen, in mezelf, de dynamiek die zojuist was ontstaan te ontrafelen. Voor mij belichtten allebei de stemmetjes een deel van de waarheid. Doordat de man zich meteen liet voorstaan op zijn kennis en succesverhalen, voelde ik me kleiner en onbeduidender worden en kon zo snel geen gevat antwoord verzinnen.
Tegelijkertijd klopte het dat ik vooral op gevoel werk. Modellen vormen voor mij niet de hoofdmoot van mijn werk, maar zijn de kadering en kapstok voor een probleemstelling. Hiermee kunnen we het snappen en spreken de taal van het hoofd. Mijn ervaring is dat de echte, diepgaande en blijvende verandering plaatsvindt wanneer ook het lijf, met al zijn gevoel, mee gaat doen. Dat is een andere taal, zonder woorden. Modellen komen en gaan maar ons lijf dragen we altijd met ons mee.