Volgens KPMG’s 2020 CEO Outlook is het behouden en aantrekken van talent de meest kritische succesfactor voor bedrijven. In de toenemende kenniseconomie is de werknemer dan ook steeds vaker het enige of voornaamste ‘asset’ van een bedrijf. Maar welk deel van de mens mag mee naar het werk komen? Alleen de FTE die produceert of uitvoert? En wat te doen met andere, immateriële, zaken die gratis meekomen zoals emoties of bezieling? Is er ruimte en onvoorwaardelijkheid voor al deze delen?
Philippe Bailleur spreekt in zijn boek “Stuck – trauma in organisaties”, over de vier lichamen van de mens: fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel. In veel organisaties ligt de focus op de delen die van praktisch nut zijn voor de uitvoering van taken of functies: het denken en doen. De ruimte voor zaken die als niet-professioneel of persoonlijk gezien worden, voelen en zijn, is dan beperkt. Maar mensen zijn al lang geen productiecapaciteit meer en hebben de behoefte als geheel gezien te worden. De huidige crisis lijkt dit gevoel te versterken. Door aan eerdere zekerheden te tornen is er meer aandacht gekomen voor verbinding en bestaansrecht. Zelf definieer ik mijn bijdrage aan organisaties in toenemende mate in tastbare en ontastbare zaken. En kom ik het liefst als package deal.