Je hebt het vast wel eens meegemaakt, dat je in een gewoon gesprek zit en plotseling reageert de ander zeer heftig. Je begrijpt er niks van, wat heb je fout gedaan? Je intenties waren goed. Je gesprekspartner lijkt te ‘vallen’ over een woordje, een terloopse zin. Je vindt het totáál onredelijk.
De ander ziet dit andersom, 180 graden gedraaid. Jíj sprak immers en bent dus dader. Je onbegrip of argumenten waarom je onschuldig bent, werken als olie op het vuur. Er woelt van alles in zijn of haar binnenste. Voor je het weet is het alsof er een bom is ontploft tussen jullie.
De afgelopen dagen stond ik in twee voorvallen aan een andere kant. In een ditjes en datjes gesprek met één van mijn kinderen zei ik iets waardoor ze explodeerde. Ik begreep er niks van en pogingen van mijn kant om me te rechtvaardigen of (tegen)argumenten aan te reiken, verergerden de situatie.
Een dag later gebeurde het omgekeerde en werd ík geraakt door iets wat een vriend appte. Hij probeerde uit te leggen wat de achtergrond van zijn opmerking was. Op dat moment kon ik voelen wat rationaliseren doet. Wat ik toen nodig had was enkel medeleven over het feit dat ik geraakt was. Hiermee dooft het lont en wordt de bom onschadelijk gemaakt. Je blijft dan uit dader-slachtoffer dynamiek.