Het effect van éénzijdig en massaal telen van een bepaald gewas is bekend en zichtbaar. De grond raakt uitgeput, wordt minder vruchtbaar en moet worden opgelapt door bemesting. Diversiteit is dus een basisbehoefte van de natuur.
Als we dit weten en de uitwassen van een monocultuur in organisaties kennen, denk aan Lehman Brothers, waarom is diversiteit in organisaties nog steeds ‘een ding’? Zelf krijg ik er ook wel eens jeuk van als we ‘het er weer over moeten hebben’. We zijn immers allemaal divers!
Om te beginnen is het verschil tussen mannen en vrouwen biologisch gezien miniem, immers 1 chromosoom. We hebben allemaal mannelijke en vrouwelijke eigenschappen. Als we verder kijken dan geslacht, weten we inmiddels door DNA onderzoek dat de meesten onder ons voorouders hebben uit verschillende werelddelen. Zeker in Nederland, als van oudsher een reislustig landje, is de kans dat onze genen divers zijn groot.
Het is dus zaak dat leiders in organisaties die écht aan diversiteit willen werken, dit in zichzelf kunnen (h)erkennen en in balans brengen. Als eerste stap op weg naar een permacultuur.