We hadden afgesproken dat zij betaalde. Ik zou alles regelen en mijn vriendin zou deze keer betalen. Ze zat voor me aan tafel en haalde een briefje van vijftig uit haar portemonnee. Maar ik wuifde het met een ‘laat maar zitten’ weg. Innerlijk voelde ik de weerstand groeien om het geld aan te nemen. Ik kón het niet ontvangen.
Geven daar ben ik heel goed in maar dat ontvangen is me een partij lastig! Om over hulp vragen maar niet te spreken. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Geven en ontvangen. En toch valt ontvangen me zwaar.
Ergens zit daar een rare gedachtenkronkel onder. Van niet durven te vertrouwen op een ander. Bang dat ze ‘nee’ zullen zeggen als ik dan eindelijk een keer iets durf te vragen. En het dus dan maar niet vragen en alles zelf doen. In control zijn. Dan hoef ik ook geen toekomstige teleurstelling te riskeren.
Ik wéét wel dat het zo niet werkt, dat we überhaupt geen controle hebben over de ander. Maar mijn lijf weet dat nog niet. Ik ben een beetje lerende want we hebben uiteindelijk gesplit. Nu die andere helft nog kunnen ontvangen.