“Dit is echt een mooie plek!”, ze begon steeds enthousiaster en ook harder te praten. Ze somde de voordelen op en draaide het scherm naar ons toe om alles aan te wijzen. We zaten met een groepje vriendinnen bij elkaar om een weekendje weg te plannen. Het idee was dat we eerst zouden inventariseren wat ieders wensen waren en daarna samen zouden zoeken.
Halverwege het gesprek was deze vriendin al begonnen met googelen en had “echt het ideale huisje” gevonden. Op een dwingende manier insinueerde ze dat we eigenlijk niet meer verder hoefden te kijken. We hoefden het alleen maar met haar eens te zijn.
Ze was vaak de voortrekker van ons clubje en had aan twee woorden genoeg om het daarna voor de hele club te regelen. Meestal vond iedereen dat ook prima, dan hoefden ze het zelf tenminste niet te doen. Tegelijkertijd liet haar dominante gedrag weinig ruimte voor de inbreng van anderen. Iets wat de deur naar onvrede op een later moment openzette.
Ik herkende dit gedrag omdat ik mezelf er ook vaak op betrapt had. Om met goede bedoelingen en in voortvarendheid een proces vooruit te willen helpen, maar er uiteindelijk niks mee op te schieten. Met vallen en opstaan heb ik intussen geleerd om te vertragen, niet meteen erop te springen maar ‘lui’ te zijn. Om daarna gezamenlijk te versnellen.