Na het hele wereldwijde web te hebben afgezocht en een bestelling retour gestuurd, had ze ze dan eindelijk gevonden: de perfecte winterschoen. Alleen… ‘way’ boven budget. Met haar kleedgeld, mijn bijdrage en het leeuwendeel van haar verjaardagsgeld had mijn dochter net genoeg om deze, in mijn ogen, veel te dure schoenen te kopen. We togen dus naar de winkel. Daar waren ze dan… En ze bleven voor haar prachtig. Er was wel een kleine maar: haar maat was niet meer beschikbaar. Alleen een maat kleiner.
Zonder al te veel te pushen, dat werkt namelijk contraproductief heb ik geleerd, droeg ik allerlei argumenten en alternatieven aan om vooral geen te kleine schoenen te kopen. En zeker niet van die vreselijk dure! Helaas met averechts effect. Voor alles had ze een tegenargument en zag redenen om het zeker wél te doen. Mijn frustratiemeter liep op.
We namen een kleine time out en gingen buiten de winkel op een bankje zitten. Na veel heen en weer gepraat zei ze ‘maar mam, mag ik geen fouten maken?’. Dat kwam binnen. Ik realiseerde me dat ik haar ervan wilde weerhouden om fouten te maken. Ik wilde in control zijn en gaf haar daarmee geen ruimte om haar eigen pad te bewandelen. Zelfs als dat op te kleine schoenen is.