‘Wil je jouw grens op de grond tekenen?’ vroeg ik. Hij keek de ruimte rond en tekende met een krijtje een grote cirkel om zich heen. Ik legde hem uit dat ik met rustige stappen naar hem toe zou lopen en dat zijn opdracht was om te voelen wat er in zijn lijf gebeurde.
Zonder iets te zeggen deed ik een stap naar voren en bleef rustig staan om het gewaarworden de tijd te geven. Met de volgende stap kwam ik op de rand van zijn cirkel te staan. Zonder woorden keek ik hem aan. Ik zag zijn lichaam heel subtiel achteruitdeinzen maar hij zei niks. Met de volgende pas stond ik zo dichtbij in de cirkel dat ik hem niet meer recht aan kon kijken. Zijn lichaam verstrakte. Zelf vond ik het ook oncomfortabel en mijn lichaam wilde weg. Na een tijdje daar gestaan te hebben ging ik terug.
Hij vertelde dat hij zich ongemakkelijk had gevoeld toen ik zo dichtbij kwam. Zijn eerste reactie was terug uitgaan maar dat deed hij niet. Doordat hij verstijfde hij en bleef staan, verdween zijn ongemak. Hij was gewend het onaangename te verduren door zijn gevoel uit te schakelen. Zo werd het voor hem gewoon. Zijn nieuwe normaal. Zoals de spreekwoordelijke kikker die in een pan water blijft zitten als je die langzaam tot kookpunt brengt, maar eruit springt als je hem er plots in zou gooien.
Wil je ook eens voelen waar jouw grens ligt? Stuur me een bericht.